Te kleine slippers veroorzaken eelt op de hiel.

Toen de mens tot zo’n 4000 jaar geleden nog blootsvoets rond trokken kwamen voetklachten waarschijnlijk nauwelijks voor. Vandaag de dag hebben we schoenen nodig om onze voeten te beschermen tegen kou, letsel, aandoeningen en het lopen op harde en ruwe ondergrond. Maar helaas kopen we al te vaak schoenen louter voor de stijl en niet in de eerste plaats voor de functie en het comfort.

Onthoud: goede schoenen zijn een vitaal onderdeel van de zorg die onze voeten verdienen.

  • Schoenen kan men het beste kopen in de namiddag. Op dat moment van de dag zijn de voeten namelijk enigszins opgezet.
  • Pas altijd beide schoenen in de winkel. Het is normaal dat de ene voet langer kan zijn dan de andere.
  • Pas de schoen altijd staande. Als u staat is de voet langer dan bij zitten door het gewicht wat erop komt.
  • Doe de schoen bij het passen (en dragen) op de juiste manier dicht. Bij een veterschoen de veters goed aantrekken en strikken.
  • Ga er ook niet vanuit dat nauw zittende schoenen met het dragen uitloopt. Als een schoen te klein is, zal dat dus zo blijven. Wel wordt het bovenleer tijdens het gebruik soepeler, waardoor het zich aanpast aan het model van uw voeten. Als u al schoenen hebt gekocht die in feite te nauw zijn, bezoek dan een schoenmaker om ze te laten oprekken. Met andere woorden een schoen wordt niet groter.
  • Zorg voor een juiste lengte- en breedtemaat bij het kopen van schoenen. De voeten veranderen naarmate u ouder wordt, laat ze dus opmeten. Let op dat de voeten bijna nooit precies even groot zijn. Dus koop uw schoenen volgens de maat van uw grootste voet. Maat 40 van het ene merk is beslist geen maat 40 van een ander merk. Ga rechtop met blote voeten op een stuk karton staan en laat iemand de omtrek van de voeten tekenen. Knip de vormen uit en gebruik ze om in de schoenen te passen. Wees kritisch: te kort, te lang, te breed, te smal …., Het moet ‘goed’ zitten.. Dus, let niet alleen op de schoenmaat maar vooral op de pasvorm.
  • Een goed contrefort, dat wij zeggen een goede stevige hielomsluiting, is belangrijk. Hoe steviger het contrefort, des te minder kans op zwikken van de enkels. De hielomsluiting moet niet met de duim in te duwen zijn.
  • De tenen moeten in een schoen vrij kunnen bewegen. Let op voldoende ruimte bij de tenen in de breedte maar ook in de hoogte. Tenen en nagels komen snel in de knel waardoor er pijnklachten kunnen ontstaan.
  • Hoge haken zijn leuk en zien er elegant uit, maar moeten niet te veel gedragen worden, vooral niet als lange afstanden worden gelopen. Halux valgus, teenkramp, doorgezakte voorvoet (spreidvoet) en rugklachten door verkeerde houding kunnen allen veroorzaakt worden door het langdurig lopen op hoge hakken. De hakhoogte moet zo danig zijn dat de kuit ontspannen is. Meestal is dat maximaal 3 cm hoog. Hoe breder de hak van de schoen, hoe stabieler u op de schoen staat. Een goed passende schoen heeft het buigpunt van de schoen onder het buigpunt van de voorvoet.
  • De zool van een schoen moet soepel zijn, zodat een goede afwikkeling mogelijk is. Als je de schoen in je hand hebt moet je de zool kunnen buigen bij de voorvoet.
  • Buigzame onderzool die sterk en niet glad zijn, bij voorkeur rubber, dit geeft meer schokdemping en meer grip.
  • Zorg voor een goede sluiting op de wreef die niet knelt of irriteert, liefst een vetersluiting.
  • Neem liever geen op de wreef laag uitgesneden schoen. De schoen heeft weinig houvast om de voet waardoor de voet gaat slippen bij de hak. Om dit te voorkomen neemt u dan snel een kleinere maat waar door de tenen in de knel komen.
  • Let op dat er geen stiksels of naden en versieringen op en in de schoen lopen over pijnlijke plekken op uw voet. Stiksels, naden en versieringen geven niet mee en worden dus ook niet soepeler. Voel ook altijd met de hand in de schoen, om te voelen of de schoenen daar voldoende glad zijn afgewerkt, en geen stiksels op eventuele drukplekken hebben.
  • Koop bij voorkeur een lederen schoen. Leer zorgt voor een goede ventilatie, laat zich gemakkelijk vormen en zijn duurzaam.
  • Wanneer u moeilijk bij de schoenen kunt, of een verstoorde handfunctie heeft (bijvoorbeeld bij reuma) zijn er elastische veters welke u op de juiste lengte en spanning kunt afstellen, zodat u daarna een soort instapschoen heeft.
  • Let op of u bij het gebruik van podotherapeutische zolen, verdikkingen of inlays uit uw schoenen kunt halen, zodat de zolen vlak in uw schoenen liggen. Ook scheelt dit aan ruimte wanneer u er de podotherapeutische zool inlegt.
  • Vermijdt loszittende steunzolen met behulp van stukjes klitteband, vastgemaakt op de onderkant van de steunzool en de bodem van de sandaal ter plekke van de holte van de voet.
  • Er zijn ook sandalen die geschikt zijn voor het dragen van podotherapeutische zolen. De bestaande inlay kan eruit.
  • Rubber(regen)laarzen geven geen steun, ventileren niet en het voetbed stelt niet veel voor. Een voetbed in de vorm van een inlegzool kan daarom problemen voorkomen, zoals likdoorns, blaren, eelt en eeltkloven. Soms zelfs voet-, enkel-, en knieklachten.

Het belang van goede pasvorm bij schoenen

Onze schoenkeuze is bepalend voor het welbevinden van de voeten. Oudere voeten veranderen van vorm en stand. Dit heeft consequenties voor de keuze van de schoen.

  • voetspieren verslappen, waardoor veranderingen in stand en vorm kunnen ontstaan
  • deze veranderingen hebben consequenties voor de schoenkeuze
  • voetbogen zakken in, waardoor de voet langer en breder wordt
  • het voetpolster/vetkussen slinkt, waardoor de veerkracht, schokdemping verminderen
  • aanwezigheid van specifieke problemen, vragen aanpassingen aan de schoen
shoefreshprovoetbondreflexologenlogoOn